Tag archieven: ASS

Normaal of abnormaal?

“Ben ik normaal of abnormaal?”, vragen sommigen zich af.

We zijn allemaal anders, en dat is maar goed ook. Toch worden in onze cultuur bepaalde persoonlijkheidstypes als “normaler” beschouwd dan andere. Misschien zijn we wel allemaal abnormaal en kan het goed zijn om die diversiteit te omarmen. Elkaar aanvaarden en onze verschillen respecteren, vormen de basis voor verbondenheid.

Een soort waarvan iedereen generaal Patton is, heeft net zo weinig kans van slagen als een ras waarvan iedereen op Vincent Van Gogh lijkt.Allen Shawn

In onze cultuur wordt extraversie vaak als de norm gezien waaraan we moeten beantwoorden. Niet iedereen kan aan dat ideaal beantwoorden en dat hoeft ook niet. Het wordt tijd om ook introversie als persoonlijkheidstrek opnieuw te waarderen en er de kracht van in te zien. Of je nu introvert of extravert bent, je hebt jouw eigen unieke bijdrage aan deze wereld.

Bestaat er sowieso eigenlijk wel zoiets als “de normale mens”? En wie is dan de “psychisch zieke mens”? Is die grens eenvoudig te bepalen?

Is het nodig om steeds meer mensen een psychische diagnose te geven? Zijn meer “labels” en “etiketten” de oplossing? Of wordt het tijd dat we onder ogen zien dat het onze maatschappij is die mensen ziek maakt? Is het nodig te beseffen dat er vaak onrealistische verwachtingen gesteld worden aan mensen?  Is wat we op maatschappelijk vlak als “normaal” beschouwen wel zo “normaal” ?

Misschien zijn we wel allemaal abnormaal en is het goed om die diversiteit aan persoonlijkheden, talenten, vaardigheden, … als een meerwaarde te zien.

Introvert zijn, is ok! Er is niks mis met introversie!

Wat ik tegenwoordig vaak zie gebeuren is dat kenmerken die bij introversie horen “zorgwekkend” of “abnormaal” worden genoemd. Cliënten met deze kenmerken vragen zich soms af of ze wel “normaal” zijn. Dat sommige mensen moeten opladen of recupereren na sociaal contact wordt soms ten onrechte als een alarmsignaal van bepaalde stoornissen gezien. Ongeveer 35 à 40% van de mensen is echter introvert. Dit deel van de bevolking is niet in staat de hele tijd sociaal te zijn (of toch niet op de manier waarop dit in onze huidige maatschappij van ons verwacht wordt).

Introversie is een persoonlijkheidskenmerk, net zoals extraversie dat is. 40 % van de mensen heeft nood aan tijd voor zichzelf, zeker na intensieve periodes met veel sociale contacten. Extraverten hebben graag dat hun agenda volgepland is en laden op door veel sociale contacten. Zowel introversie als extraversie zijn normale eigenschappen. (Meer lezen over introversie en over het verschil met extraversie? Zie de succesvolleintrovert.nl).

Onze maatschappij is echter zeer sterk gericht op de extraverte meerderheid. Susan Cain schreef hier een boek over: “De kracht van introversie in een wereld die niet stopt met praten”. Introverte mensen hebben het moeilijk in een concurrentiemaatschappij waarin extraversie als de norm beschouwd wordt.

We moeten dus oppassen met het abnormaliseren van introversie. Eerder zouden we er samen over kunnen nadenken hoe we onze maatschappij zó kunnen organiseren dat zowel introverten als extraverten zich gewaardeerd voelen en volwaardig kunnen functioneren.

Er is nood aan meer tegemoetkoming aan de behoeften van introverten. Op het werk kunnen zij bijvoorbeeld nood hebben aan een gezellige ruimte met weinig storende prikkels waar zij zich even terug kunnen trekken. Brainstormen is niet aan hen besteed. Zij krijgen graag eerst de kans hun ideeën grondig uit te werken alvorens ze te formuleren in een groep,… Ze verkiezen één-op-éen gesprekken. Ze krijgen graag de kans zichzelf schriftelijk uit te drukken i.p.v. verbaal enz. Dit zijn dus “normale” noden.

Als introvert hoef je niet te beantwoorden aan het extraverte ideaal. Er is ook helemaal niks mis met jou als je dit niet kan. Introversie kan een kracht zijn in deze luidruchtige wereld.

Als introverten en extraverten hun krachten bundelen, kunnen ze samen zoveel meer bereiken.

(Soms is er natuurlijk wel meer aan de hand en kan het zinvol zijn om bvb gericht onderzoek naar ontwikkelingsstoornissen te laten doen, maar daar ga ik in dit blogbericht niet verder op in).

De mythe van normaal

Volgens psychiater Gabor Mathé swingen de diagnoses van psychische stoornissen in de gehele westerse wereld de pan uit. Bovendien heeft in de VS 60 % van de mensen een chronische aandoening. Kunnen we hiervoor de verantwoordelijkheid bij de individuen zelf blijven leggen of is het nodig te kijken naar wat er fout loopt in deze maatschappij?

Moeten we steeds meer mensen een diagnose geven of is het belangrijk om ook te erkennen dat er iets grondig mis is met onze maatschappij?

Psychiater Gabor Mathé pleit voor het tweede. We beschouwen onze cultuur als “normaal”. Mensen die andere noden en behoeften hebben, worden als “abnormaal” beschouwd. Maar volgens Gabor Mathé is het belangrijk dit om te draaien. In plaats van steeds meer mensen als “abnormaal” te beschouwen, moeten we beseffen dat we in een toxische maatschappij leven. De meest kwetsbaren zijn net de signaalgevers van wat er mis is met deze maatschappij. Hun noden en behoeften die door deze maatschappij niet worden ingevuld, zijn net de noden en behoeften waaraan we als maatschappij tegemoet moeten komen. En dit komt ons allemaal ten goede!

In onze huidige maatschappij proberen we continu te voldoen aan behoeften die volledig afwijken van onze natuurlijke behoeften (zoals het meedogenloos nastreven van eigenbelang). Binnen onze cultuur is er bvb een tendens om mensen te zien als van nature agressief, hebzuchtig en individualistisch. We beseffen vaak niet dat sommige niet-westerse volkeren het eigenbelang zoals wij dat kennen als “waanzin” beschouwen. Indiaanse volkeren zien het meedogenloos nastreven van eigenbelang als “een zeer besmettelijke en zich snel verspreidende ziekte”.

Volgens neurowetenschapper en baanbrekend onderzoeker Stephen Porges is wederkerigheid (en verbinding) één van onze aangeboren basisbehoeftes. In tegenstelling tot hoe wij er tegenwoordig tegenaan kijken, is de traditionele opvatting van eigenbelang het versterken van je verbinding met de groep en lidmaatschap van de groep, in het belang van de groep. Authentiek eigenbelang valt dus niet te verwarren met een wantrouwige en competitieve houding tegenover anderen (Over voorwaarden voor gezonde competitie kan je hier lezen: https://www.lichaamstaal.nl/manager/competitie.htm)

Vandaar dat Gabor Mathé stelt dat we door onze natuur een toestand verwachten, of er zelfs de voorkeur aan geven, die wordt gekenmerkt door het soort zorgzaamheid, relatieve harmonie en balans die ontstaat door onderlinge verbondenheid. Het is niet zo dat het onze natuur is om zo te zijn, maar dat we graag willen dat die kenmerken aanwezig zijn.

Wanneer dat zo is, gedijen we. Als ze er niet zijn, lijden we. Omdat deze kenmerken in onze cultuur ondermaats aanwezig zijn, ziet Gabor Mathé het als één van de mogelijke verklaringen voor de stijging van het aantal psychische stoornissen en chronische aandoeningen in deze kapitalistische, materialistische cultuur.

De uitgebreide analyse van Gabor Mathé lezen? Lees dan zijn boek: “De mythe van normaal”.

Zijn ideeën sluiten aan bij wat ik 20 jaar geleden formuleerde in mijn scriptie (in het kader van de manama ontwikkelingssamenwerking die ik studeerde aan de Ugent): “De psychosociale gevolgen van modernisering”. Ik belichtte daarin zeven factoren inherent aan modernisering die hebben bijgedragen aan een verhoogd psychosociaal leed. Deze factoren zijn:

  • verstedelijking
  • verlies of constructie van identiteit
  • armoede en ongelijkheid
  • maatschappelijk individualisme en lage sociale integratie
  • conflict tussen moderne westerse en traditionele niet-westerse waarden
  • secularisatie: het gaat hier dan vooral over het verlies van de functies die door religie werden ingevuld en de nood om deze functies op een andere manier in te vullen in een geseculariseerde wereld. Religie of levensbeschouwing verleent immers betekenis, versterkt de zelfcontrole, bevredigt de behoefte aan eenheid, vervult een beschermend-ondersteunende functie. Machtsmisbruik, de ondergeschikte rol van de vrouw e.d. in naam van sommige religies werden hier buiten beschouwing gelaten
  • veranderende rolpatronen en veranderingen in familiestructuur.

Het leven is niet maakbaar

Velen geloven steeds meer in de maakbaarheid van gezondheid, van financiële zekerheid, enz. De verantwoordelijkheid voor gezondheid, financiële zekerheid en geluk wordt ten onrechte te sterk op individuen afgeschoven. Als je maar genoeg visualiseert of affirmeert, geloven sommigen, kan je bereiken wat je wil. Met de juiste capaciteiten en inzet bereik je alles wat je wil. Dit meritocratische idee levert veel schade op en zorgt soms voor een gebrek aan solidariteit. Zieke mensen voelen zich met de vinger gewezen of hebben het gevoel dat ze falen als ze er niet in slagen te genezen of een “economische meerwaarde” te zijn. Mensen die met psychische problemen kampen, krijgen soms het gevoel dat ze niet hard genoeg hun best doen.

Niet iedereen kan mee met het tempo van deze maatschappij. Sommige mensen dragen trauma’s met zich mee waardoor hun grenzen lager liggen dan die van anderen… Het zijn allemaal factoren om rekening mee te houden. Het is belangrijk te beseffen dat mensen die een goede gezondheid hebben, die in een veilige omgeving zijn opgegroeid waarin ze werden aanvaard, waarin ze werden ondersteund, waarin er voldoende financiële zekerheid was, … een enorme voorsprong hebben in dit leven en veel gemakkelijker aan de idealen van deze maatschappij kunnen beantwoorden dan mensen die minder kansen hebben gekregen.

Conclusie: Verbondenheid als sleutel tot heling in een zieke maatschappij

Ik geloof erin dat het beter is om datgene wat we als “normaal” beschouwen uit te breiden eerder dan normaliteit steeds enger te definiëren. We zijn allemaal anders en dat is maar goed ook. De verschillen tussen mensen zorgen voor een rijkdom die een groep versterkt (doordat mensen verschillende talenten hebben, komt dit de groep ten goede). Diversiteit is een meerwaarde.

Gabor Maté stelt dat we door onze natuur een toestand verwachten, of er zelfs de voorkeur aan geven, die wordt gekenmerkt door het soort zorgzaamheid, relatieve harmonie en balans die ontstaat door onderlinge verbondenheid.

Als individu kan je het evenwicht zoeken tussen autonomie en verbondenheid. Je hebt beide vleugels nodig om goed te kunnen vliegen.

Psychologische begeleiding kan een hulp zijn in het zoeken naar evenwicht tussen autonomie en verbondenheid, het (her)ontdekken van jouw talenten en valkuilen, het onderzoeken van hoe jij met jouw eventuele kwetsbaarheid een meerwaarde kan betekenen voor deze maatschappij, hoe jij jouw stem kan laten horen, hoe jij jouw introversie of extraversie als kracht kan inzetten enz.

Bronnen:

  • De mythe van normaal. Gabor Mathé. Uitgeverij AnkhHermes.
  • De kracht van introversie in een wereld die niet stopt met praten. Susan Cain. 2012. Uitgeverij De Arbeiderspers
  • De psychosociale gevolgen van modernisering. Aline Serverius. Scriptie manama ontwikkelingssamenwerking Ugent (faculteit politieke en sociale wetenschappen)

Wat is het verschil tussen autisme en hooggevoeligheid?

Hooggevoeligheid is een persoonlijkheidskenmerk dat bij ongeveer 20% van de mensen voorkomt. Wil je er meer over weten? Lees dan dit blogbericht.

Autisme is een ontwikkelingsstoornis die bij ongeveer 1% van de mensen voorkomt.

Hoewel zowel hooggevoeligen als mensen met autisme veel sneller overprikkeld geraken dan de doorsneemens en minder stressbestendig zijn,  liggen hooggevoeligheid en autisme op sommige vlakken ver uit elkaar. In dit blogbericht zet ik de belangrijkste verschillen tussen autisme en hooggevoeligheid op een rijtje.

Autisme uit zich op vier terreinen:

1. Communicatie

Wat zegt iemand of doet iemand en wat betekent dit?

Mensen met autisme nemen dingen letterlijk (en hebben het daardoor bijvoorbeeld moeilijk met het begrijpen van spreekwoorden en humor). Ze hebben het ook moeilijk met het gebruik van non-verbale communicatie. Gebaren, intonatie en gezichtsuitdrukkingen zijn moeilijk te begrijpen voor mensen met autisme.

Hooggevoelige mensen daarentegen maken graag gebruik van spreekwoorden en beeldrijke taal. Ze nemen geen dingen letterlijk. Ze zijn ook vaak uitzonderlijk GOED in het opmerken en begrijpen van non-verbale communicatie. Hooggevoeligen zijn zeer goed in het ‘lezen’ van anderen, zullen het gemakkelijk merken wanneer iemand liegt, wanneer er een verandering is in iemands intonatie, lichaamshouding enzovoort.

2. Verbeelding

Mensen met autisme hebben weinig voorstellingsvermogen en zullen minder vlug of helemaal geen verbanden leggen en gehelen zien. Zij vertonen vaak stereotiep gedrag en herhalen steeds dezelfde handelingen en rituelen. Zij houden vast aan routines (en hebben het héél moeilijk als daarvan afgeweken wordt)

Hooggevoelige mensen daarentegen hebben een levendige fantasie en zijn vaak heel goed in het leggen van verbanden en het zien van het geheel. Ze houden minder van verandering dan een doorsneemens, maar het is veel minder extreem dan bij mensen met autisme.

3. Sociale interacties

Mensen met autisme hebben moeite om de gangbare omgangsvormen te begrijpen. Zij kunnen zich moeilijk inleven in gevoelens en gedachten van anderen en hebben het ook moeilijk bij het verwoorden van gevoelens. Ze vertonen vaak weinig mimiek en hebben nauwelijks of geen gezichtsexpressie. Ze zullen vaak anderen ‘imiteren’ of standaardzinnen gebruiken in een poging sociaal aanvaardbaar gedrag te stellen.

Hooggevoelige mensen daarentegen begrijpen wel hoe je omgaat met elkaar en zijn juist heel empathisch (vaak zelfs té empathisch). Ze kunnen soms ook problemen hebben op sociaal vlak, maar de oorzaak ligt dan eerder in sociaal angstig zijn, onzeker zijn, snel overprikkeld zijn en NIET in het niet begrijpen van sociale omgangsvormen. Hooggevoeligen zijn bovendien vaak erg goed in het verwoorden van hun gevoelens. Hooggevoeligen zijn vaak zeer expressief, vooral bij mensen die ze goed kennen. In een poging erbij te horen, gaan ze zich vaak aanpassen aan wat ze denken dat anderen van hen verwachten, maar ze vertonen geen imitatiegedrag.

4. Veranderingen

Mensen met autisme hebben vaak moeite met veranderingen. Dat kan al gaan om een kleine verandering in hun omgeving, hun huis, hun straat, hun klas, hun dagelijkse routine, eetgewoontes, bedtijdrituelen enz. Ze hebben te weinig vaardigheden om die verandering te begrijpen en te plaatsen. Hun basisschema voor hoe de dingen eruit horen te zien, laat weinig ruimte voor variatie. Een dergelijke variatie maakt hen angstig.

Hooggevoelige mensen daarentegen kunnen door veranderingen soms wat overprikkeld raken en stress krijgen. Maar ze zijn prima in staat om , soms met wat hulp en uitleg van hun omgeving, de verandering te integreren in hun basisschema.

In mijn praktijk begeleid ik vooral hooggevoeligen. Ik help hen meer in hun kracht te staan en hun kwetsbaarheid te omarmen. Ik help hen in te zien wat hen stress bezorgt en hoe ze beter voor zichzelf kunnen zorgen. Ik help hen om hun grenzen beter te leren aanvoelen en te respecteren. Ik help hen meer innerlijke rust te vinden. Ik help hen een evenwicht te vinden tussen wat energie vraagt en wat energie geeft. Ik moedig hen aan te leven vanuit hun hart.

Dit blogbericht is gedeeltelijk geïnspireerd op het hoofdstuk ‘autisme versus hooggevoeligheid’ uit het boek: Mijn kind is hooggevoelig. Ilse Van den Daele en Linda T’ Kindt.